Skip to main content
Wanneer we mensen voor het eerst ontmoeten, krijgen we een eerste indruk. Onderzoek wijst uit dat deze eerste indruk een direct effect heeft op hoe wij deze persoon verder beoordelen. De invloed van een positieve eerste indruk heet het halo-effect en kan jou helpen om als sollicitant succesvoller te zijn.

Hoe graag we het ook willen, mensen zijn niet objectief bij het vormen van hun oordeel. Dat wil zeggen: externe factoren beïnvloeden onze keuzes, beslissingen en meningen. Zo hebben de meningen van jouw vrienden over een bepaald onderwerp waarschijnlijk een grote invloed op jouw mening over dit onderwerp.

Sterker nog, ook iemands uiterlijk beïnvloedt hoe wij die persoon inschatten en dus ook of wij hem of haar zien als geschikte sollicitant. Wanneer deze zogenaamde cognitieve bias in positieve zin uitvalt, noemen we dit het halo-effect. Ons beeld over deze persoon is rooskleuriger dan eigenlijk gerechtvaardigd is. Het horn-effect is het tegenovergestelde van het halo-effect.

Wat is het halo-effect?

Het bestaan van het halo-effect werd onderkend in 1920 naar aanleiding van empirisch onderzoek van de psycholoog Edward Thorndike. Hij is ook verantwoordelijk voor de naam halo-effect. Thorndike toonde aan dat mensen geneigd zijn om aan personen van wie ze een positieve indruk hebben ook andere positieve eigenschappen toe te wijzen. Er ontstaat dus een vertekend beeld.

Hij beschreef in zijn onderzoeksverslag onder andere hoe mensen grove inschattingsfouten maken bij het beoordelen van het karakter. Het effect gaat zelfs zo ver dat mensen minder of lagere straffen krijgen in de rechtszaal (Efran, 1974). Dit fenomeen is beter bekend als een cognitieve bias.

Cognitieve bias en horn-effect

Cognitieve bias staat voor de vooringenomenheid (bias) die mensen hebben in hun denkproces (cognitief). In dit geval vertaalt deze vooringenomenheid zich in de vooroordelen die wij vormen over iemands karakter of geschiktheid op basis van één of een gering aantal eigenschappen die wij observeren. Vervolgens zoeken we bevestiging van die vooroordelen in andere eigenschappen.

Je kunt je dus voorstellen dat een sollicitant na het maken van een slechte eerste indruk eigenlijk nog maar weinig kans van slagen heeft. De cognitieve bias van de beoordelaar beïnvloedt alle volgende indrukken die de sollicitant achterlaat in negatieve zin. Automatisch wordt er gezocht naar redenen waarom de slechte indruk de juiste was en de kandidaat dus niet geschikt is: het horn-effect.

Aantrekkelijke mensen krijgen een betere beoordeling

Het halo-effect beperkt zich niet tot de karaktereigenschappen van mensen. Ook fysieke kenmerken spelen een grote rol. De mate waarin we mensen aantrekkelijk vinden, bepaalt voor een groot deel hoe wij hun karakter en resultaten inschatten. Dit geldt zowel voor resultaten uit het verleden als voor te verwachten resultaten in de toekomst. Vooral dit laatste is natuurlijk van invloed tijdens het solliciteren.

In 1974 voerden Landy en Sigall een wetenschappelijk experiment uit waarbij diverse groepen mensen een aantal betogen moesten beoordelen. Bij elk betoog (op een schaal van 1 tot 9) zat een foto bijgesloten van de zogenaamde auteur. Deze foto’s waren door de onderzoekers geselecteerd op basis van aantrekkelijkheid: aantrekkelijk, gemiddeld en onaantrekkelijk.

Wat bleek? De beoordeling van essays bleek in hoge mate afhankelijk van de bijgesloten foto. Het betoog van ‘aantrekkelijke’ auteurs kreeg een hoger cijfer dan dat van ‘onaantrekkelijke’ auteurs en de controlegroep. Bij een goed essay was het verschil ongeveer één punt. Bij de slecht geschreven essays liep dit op naar maar liefst tweeënhalve punt.

Door het grote verschil tussen de scores van de goed en de slecht geschreven essays luidde de conclusie van dit onderzoek dat mensen over het algemeen geneigd zijn om aantrekkelijke mensen eerder het voordeel van de twijfel te geven.

Wat betekent dit voor sollicitanten?

Zorg ervoor dat je je bewust bent van de eerste indruk die jij wilt maken tijdens het solliciteren. Ga vervolgens methodisch te werk om die te bewerkstelligen. Deze eerste indruk kan nou eenmaal cruciaal zijn voor jouw kansen op een baan. Dit geldt niet alleen voor de karaktereigenschappen en competenties die jij graag wilt demonstreren. Ook hoe je eruitziet maakt een verschil. Dit heb je gelezen in het gedeelte hierboven. Zorg dat je er piekfijn uitziet wanneer je op sollicitatiegesprek gaat: je hebt een groot deel zelf in de hand.

Je kunt niet radicaal veranderen hoe je eruitziet als persoon. Je kunt er natuurlijk wel voor zorgen dat je er representatief uitziet. Dat betekent een net gestreken overhemd, een passend colbert en goede schoenen voor de heren en een nette blouse, niet teveel make-up en weinig zichtbare huid voor de vrouwen. Triviaal? Gewild of ongewild heeft het een groot effect op hoe jij uiteindelijk als persoon én als kandidaat voor de baan wordt ingeschat.

Jij hebt als sollicitant het vermogen om de beoordeling van jou als kandidaat te beïnvloeden. Wees je hiervan bewust en zorg dat je hier goed gebruik van maakt!

Geef een reactie