Solliciteren na je ziekte is een lastig proces. Niet alleen omdat je een tijd uit de roulatie bent geweest, maar ook omdat jij als mens bent veranderd. Daardoor heb je nu andere werkwensen. Met onze tips vind je ondanks alles werk waar jij gelukkig van wordt!
Heb je een tijd lang niet kunnen werken? Bijvoorbeeld omdat je ziek was, of omdat je met een burn-out thuis kwam te zitten? Dan zijn de eerste stappen die je op de arbeidsmarkt zet lastig.
Dat zit hem in twee dingen. Ten eerste: terwijl je aan het genezen bent, verandert je leven drastisch – in de goede zin van het woord. Allerlei leuke dingen die je een poos niet kon doen lukken nu weer. Dat is fantastisch, maar het zorgt ook voor een hectische (en vaak emotionele) periode. In een ideale wereld zou je daar de tijd voor willen nemen, maar in de realiteit oefent het UWV druk op je uit om weer aan de slag te gaan.
Ten tweede ligt het probleem bij werkgevers. Zij vinden het vaak spannend om mensen aan te nemen die net genezen zijn. Dat klinkt een beetje cru, maar misschien kun je het je voorstellen. De kans dat iemand die ziek ik geweest opnieuw uitvalt is vrij reëel – de werkgever moet dan voor de salariskosten opdraaien. Dat doet-ie liever niet, en dus neemt hij iemand aan zonder recente medische problemen.
Ga je na je ziekte op zoek naar een baan? Dan willen wij je graag drie sollicitatietips meegeven. Met die tips is de kans dat jij passend werk vindt groot, ondanks de twee complicerende factoren.
Tip 1: bedenk in hoeverre jouw ziekte je veranderd heeft
Nadat je bent genezen, wil je misschien proberen om je oude leven op te pakken. Voor veel mensen die ziek zijn geweest, is dat op lange termijn echter niet de meest logische optie. Vooral mensen die de dood in de ogen staarden – bijvoorbeeld omdat ze tegen kanker moesten strijden – zijn voorgoed veranderd. Ze zijn andere mensen geworden, met nieuwe waarden, normen en prioriteiten.
Ga jij na je ziekte terug de banenmarkt op? Vraag jezelf dan af in hoeverre jij als persoon bent veranderd. Ben je in de periode die nu achter de rug is met je sterfelijkheid geconfronteerd? Dan wil je nu misschien minder gaan werken – en meer tijd aan je hobby’s besteden. In zo’ geval kun je ervoor kiezen om bijvoorbeeld drie dagen per week bij een organisatie aan de slag te gaan.
Het tegenovergestelde is ook mogelijk. We zien regelmatig dat mensen die revalideren nieuwe ambities ontwikkelen. Zij willen niet alleen méér werken dan voorheen, maar vaak ook in andere sectoren. Heb jij na je ziekte het licht gezien en wil je iets bijzonders gaan doen? Dan hopen we bij Sollicitatiedokter dat jij je dromen najaagt.
Lang verhaal kort: de kans is groot dat je na je ziekte een ander mens bent. Neem voor jezelf de tijd om te bedenken of dat voor jou geldt. Is dat het geval? Dan moedigen we je aan om ernaar te handelen – en niet uit gemakzucht terug te gaan naar je oude baan.
Tip 2: de eerste is (waarschijnlijk) niet de beste
Wanneer je van je ziekte aan het genezen bent, oefent het UWV druk op je uit om weer aan de slag te gaan. Voor jou is de verleiding dus groot om tegen de eerste de beste job die je wordt aangeboden ‘ja’ te zeggen. De druk van die uitkeringsinstantie valt dan in ieder geval van je af.
Toch is het in veel gevallen beter om niet op het eerste aanbod in te gaan. Waarom? We komen even terug op tip 1. Je bent daarin bij jezelf te rade gegaan over welk werk het best past bij je nieuwe ‘ik’.
Dat doe je niet zomaar. Want passend werk is weliswaar voor iedereen belangrijk, maar voor mensen die terugkeren van een ziekte nog veel meer. Energie is voor hen niet vanzelfsprekend: werkgeluk moet ervoor zorgen. Ontbreekt het daaraan? Dan is de kans groot dat jij je nieuwe baan niet langer dan een paar maanden volhoudt groot.
Dus waarom ga je na je ziekte niet op het eerste het beste aanbod in? Juist: omdat jij in deze situatie van je leven niet zomaar een baan nodig hebt. Jij hebt een baan nodig die aan al jouw wensen tegemoetkomt! En dat is jammer genoeg vaak niet het werk dat je als eerste wordt aangeboden.
Tip 3: praat over je ziekte
We bespraken het in de intro al: veel werkgevers zitten niet te wachten op werknemers die net ziek waren. De kans dat ze uitvallen is namelijk reëel – een risico dat een werkgever liever niet neemt.
Een mogelijke oplossing? Tegen geen enkele werkgever iets over je ziekte zeggen! Op zich is dat prima vol te houden: wettelijk gezien mag een potentiële werkgever je namelijk niet naar je medische situatie vragen. Toch is de kans groot dat je recruiter vroeg of laat uitvogelt dat je ziek bent geweest. Bijvoorbeeld omdat het fysiek nog aan je af te zien is – of omdat je er op sociale media over hebt gepost.
Wij adviseren je dan ook: omarm die rotperiode in je leven en vertel erover. We weten: dat is makkelijker gezegd dan gedaan. En als het niet goed voelt, doe het dan vooral niet. Maar speel je open kaart? Dan hoef je in ieder geval niet moeilijk te doen over dat gat in je cv.
Nu je toch openlijk over je ziekte spreekt, kun je meteen de voordelen ervan benoemen. Tuurlijk: in je revalidatieperiode kun je misschien niet zo hard werken als anderen. Maar doordat je na je ziekte aan de sollicitatietafel zit, laat je zien dat jij een doorzetter bent. Veel werkgevers kunnen dat goed gebruiken!
Bovendien: jij hebt bij tip 1 al goed nagedacht over wat je na je ziekte wilt bereiken in je professionele carrière. Dat levensverhaal en jouw toewijding trekken je recruiter misschien over de streep.
Is alleen jouw motivatie niet voldoende? Dan kun je ook nog ‘voordeeltjes’ die je met je meebrengt benoemen. Wist je bijvoorbeeld dat werkgevers je kunnen proefplaatsen, terwijl jij je uitkering behoudt? Durf dat te benoemen: jij bent nu opeens wel héél aantrekkelijk voor je nieuwe werkgever.