Waarom hebben introverte personen vaak zo’n hekel aan sollicitatiegesprekken?
De deelnemers aan een sollicitatieworkshop voor introverten gaven daarvoor de volgende redenen:
- Ik vind het moeilijk om te zeggen dat ik ergens goed in ben.
- Ik heb bedenktijd nodig en daardoor lukt het me niet om snel een zinnig antwoord te produceren.
- Ik krijg altijd te horen dat ik niet enthousiast overkomt, terwijl ik dat wel ben.
- Ik krijg vaak te horen dat ik te aarzelend overkom.
Wellicht herken je jezelf hierin, ook al ben je niet introvert. Logisch, want sollicitatiegesprekken roepen bij vrijwel iedereen spanning op. Bij introverten speelt echter meer dan deze ‘normale’ spanning.
Introverten en extraverten
De hersenen van introverte en extraverte mensen reageren verschillend. Bij extraverten is het denkproces een directe reactie op de buitenwereld. Hun brein geeft er de voorkeur aan meteen te reageren op prikkels en nieuwe informatie. Het denkproces van introverten vindt juist plaats in de binnenwereld. Als een introvert een prikkel krijgt, verwerkt hij die door naar binnen te keren en er op te broeden. Daarom heeft hij tijd en rust nodig om zijn gedachten te vormen.
Je voorkeur om te broeden op informatie maakt onder andere dat je als introvert tot doordachte oplossingen kunt komen. Dat is een in veel situaties een sterk punt, maar niet bij sollicitatiegesprekken! Dan leidt deze voorkeur al snel tot drie valkuilen. Gelukkig kun je die vermijden als je er rekening mee houdt in de voorbereiding.
1. Van binnen gebeurt van alles, de buitenwereld ziet niets
Wees je ervan bewust dat voor de buitenwereld niet zichtbaar is wat zich allemaal in jouw hoofd afspeelt. Het oprechte enthousiasme dat je van binnen voelt, kunnen andere mensen alleen maar zien als je er op een aansprekende manier over vertelt. Doe je dat niet, dan loop je het gevaar afwachtend of zelfs passief over te komen. Dat betekent dat je effectief moet communiceren: oogcontact maken, woorden gebruiken die enthousiasme en betrokkenheid uitdrukken, je lichaamstaal effectief inzetten. (Kijk daarvoor ook eens naar het artikel ‘Pimp je taalgebruik’.) Maar het betekent ook dat je zelf het initiatief moet nemen door geïnteresseerde, relevante vragen te stellen.
2. Niet stellig durven zijn
Als introvert heb je de neiging om kwesties van alle kanten te bekijken en genuanceerd te zijn in je uitspraken. Hoe zorgvuldig ook, op anderen komt dat maar al te vaak onzeker of aarzelend over. Het is daarom heel belangrijk dat je jezelf aanleert om stelliger uit de hoek te komen. Dat is lastig, maar het is zeker mogelijk: oefening baart kunst. Neem dit mee in je voorbereiding op het gesprek. Train jezelf om in stellige termen over je ervaring, motivatie en sterke punten te vertellen. Kijk ook eens naar het stuk over assertief taalgebruik.
3. Onsamenhangend vertellen
Als introvert moet je in je langetermijngeheugen graven om informatie te vinden. Dat maakt dat je in sommige situaties onsamenhangend vertelt. Dan vergeet je bijvoorbeeld te vertellen waar een gedachte vandaan komt, waardoor anderen je niet kunnen volgen. Of je denkt dat je iets gezegd hebt, terwijl je het alleen maar hebt gedacht. Ook kan het gebeuren dat je bepaalde kennis die je goed beheerst opeens bent vergeten. Dat alles maakt dat er voor de luisteraar een warrig en moeilijk te volgen verhaal uit komt. Ook daarom is een goede voorbereiding voor introverten extra belangrijk. En als je tijdens het gesprek niet meteen een antwoord paraat hebt, is er geen man over boord. Dan zeg je gewoon iets als: ’Ik ben even aan het nadenken over een passend voorbeeld om uw vraag goed te beantwoorden..’