Als je op zoek bent naar een baan is het bijna onvermijdelijk dat je ook met afwijzing te maken krijgt. Je hoort niks meer terug op je sollicitatiebrief of – als je al een ronde verder was – je bent niet uitgekozen uit de vele kandidaten die op gesprek waren. Teleurstelling hoort bij een dergelijke situatie, maar hoe nu verder?
Ben je iemand die op een van de volgende manieren reageert: ‘Ik ben nu eenmaal niet intelligent en vaardig genoeg voor die baan’, ‘Ik had die baan toch nooit aangekund’ of ‘Ik ben nu eenmaal niet goed in het voeren van sollicitatiegesprekken’? Of is jouw reactie eerder een van de volgende: ‘Volgende keer lukt het me beter, want ik weet nu beter wat ze van me verwachten’, ‘Ik ga er alles aan doen mezelf meer geschikt te maken voor de baan die ik ambieer en mezelf zoveel mogelijk relevante vaardigheden en kennis aanleren’ of ‘Ik vraag anderen om feedback hoe ik in het vervolg een betere sollicitatiebrief kan schrijven’?
Als je behoort tot de eerste groep, is het aannemelijk dat je op dit gebied een “rotsdenker” bent. Volgens psychologe en onderzoekster Carol Dweck geloven rotsdenkers dat hun talenten en mogelijkheden vastliggen. Zij hebben daar een bepaalde hoeveelheid van en daar moeten ze het mee doen. Je bent ergens goed in of niet. Het gevolg is dat de rotsdenker vaker uitdagingen uit de weg gaat, sneller opgeeft, grote inspanning ziet als nutteloos, negatieve feedback van anderen eerder negeert en zich sneller bedreigt voelt door het succes van anderen.
“Groeidenkers”, daarentegen, zien hun talenten en mogelijkheden als dingen die ze kunnen ontwikkelen, als potentieel dat tot wasdom komt met genoeg inspanning, oefening en feedback. De groeidenker omarmt daarom uitdagingen, gaat door bij tegenslagen, leert van kritiek, leert van en haalt inspiratie uit het succes van anderen en zal minder geneigd zijn zich blind te staren op eigen of andermans fouten. De groeidenker zal sneller hogerop komen in een bedrijf, omdat hij/zij het idee heeft functieontwikkeling in eigen hand te hebben.
De verschillen in rots- en groei-oriëntatie op een rij:
Rots-oriëntatie | Groei-oriëntatie |
Leidt tot het verlangen om ‘slim’ te lijken en maakt daarom dat je: | Leidt tot het verlangen te leren en maakt daarom dat je: |
Uitdagingen uit de weg gaat | Uitdagingen omarmt |
Bij obstakels ongeduldig, defensief wordt of snel opgeeft | Volhoudt ondanks obstakels |
Inspanning als niet nuttig beschouwt | Inspanning beschouwt als de weg naar succes |
Nuttige negatieve feedback negeert | Leert van kritiek |
Je bedreigt voelt door het succes van anderen | Lessen haalt uit het succes van anderen en erdoor geïnspireerd raakt |
Niet alles uit jezelf haalt | Alles eruit haalt wat erin zit |
Bron: Nigel Holmes
De groeidenkgedachte brengt je dus verder, volgens Dweck. Groeidenkers zullen vaker hun potentieel bereiken en tot grotere prestaties komen dan rotsdenkers. Dat geldt niet alleen voor sollicitanten, studenten, partners en ouders, maar ook voor managers, coaches en leiders die het beste in anderen naar boven dienen te halen. Ze adviseert deze laatste groep meer het leerproces, de inspanning en strategie die dit vergt te waarderen dan slechts het natuurlijk talent dat iemand heeft. Zij vond in haar onderzoek dat voetbalspelers die geloofden dat atletische vaardigheid het resultaat was van inspanning en oefening het volgende seizoen beter speelden dan spelers die geloofden dat zij over een natuurlijke vaardigheid beschikten. Hadden zij coaches die inspanning waardeerden boven natuurlijk talent, dan haalden zij ook meer plezier uit hun spel en wisten beter met tegenslag om te gaan.
Echter, als je nu inziet dat je een rotsdenker bent, is er ook goed nieuws. Allereerst ben je niet de enige en gelooft volgens Dweck in de Westerse cultuur ongeveer de helft van de mensen dat eigenschappen onwrikbaar vastliggen in plaats van dat deze kunnen veranderen. Ten tweede is het mogelijk dat je bijvoorbeeld op het gebied van solliciteren meer de rotsdenkgedachte hanteert, maar op andere gebieden in je leven vaker een groeidenkgedachte gebruikt. Dit hangt dus af van de context. Tot slot is de groeidenkgedachte ook aan te leren. Volgens Dweck is daar enkel voor nodig dat je bereid bent de overtuiging ten aanzien van jezelf te veranderen. Neem het voorbeeld van Steve Jobs:
Toen de Macintosh computer van Steve Jobs in 1984 flopte en hij door Apple de deur uit werd gezet, sprak hij de woorden “I was a very public failure”. Echter, Jobs wist zichzelf te herpakken en zag in dat een eerdere tegenslag niet het einde van toekomstig succes hoefde te betekenen. Hij voelde dat hij door extra training en kennis mogelijk nieuw succes zou kunnen behalen. Zijn gevoel bleek juist toen zijn zelf gestarte computer bedrijf NeXT in 1996 werd overgenomen door Apple en hij opnieuw als CEO werd aangesteld binnen het bedrijf. Het succes dat hij later zou boeken is geschiedenis.
Socioloog Benjamin Barber sprak ooit de woorden “I don’t divide the world into the weak and strong, or the successes and the failures… I divide the world into the learners and non-learners”. Blijven we open staan voor de mogelijkheid van groei, zowel op persoonlijk als professioneel vlak, dan komen we verder. Dan voelt die volgende afwijzing niet als verlammend, terwijl we worden teruggeworpen in onze stoel, maar durven we ook weer snel op te staan en te analyseren wat er mis ging en hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen. Dat vergt soms het uithoudingsvermogen van een atleet, maar ook het besef dat wat succesvolle en niet succesvolle mensen onderscheidt niet het aantal keren is dat men onderuit is gegaan, maar juist het aantal keren dat men weer is opgestaan.
Praktische tips om je dichter bij de groeidenkgedachte te brengen:
1. Probeer de valkuilen van de rotsdenker bij jezelf te herkennen
Kijk of je de achterliggende denkpatronen kunt omvormen naar alternatieve denkpatronen passend bij de groeidenker. In welke situaties hanteer jij vaak de rotsdenkgedachte en wanneer ervaar jij jezelf als een groeidenker? Probeer de gedachten die bij deze beide soort situaties passen eens op te schrijven en met elkaar te vergelijken.
2. Probeer te beseffen dat geambieerde doelen vaak niet in één keer te behalen zijn en dat dit vaak gaat met vallen en opstaan
Dat er discipline en volharding bij komt kijken en daarnaast ook feedback van anderen nodig is. Probeer dat wat er mis ging te zien als een toekomstige uitdaging i.p.v. een blijvende mislukking en ‘no go’.
3. Kijk eens naar een (recente) groei-ervaring van jezelf
Dit kan een activiteit zijn die je eerst heel moeilijk vond om uit te voeren, maar wat je nu gemakkelijk af gaat. Wat heeft je geholpen om deze activiteit of vaardigheid onder de knie te krijgen? Welke dingen zei je tegen jezelf om het leerproces vol te kunnen blijven houden?
4. Denk eens na over wat je anders zou doen op professioneel gebied als je meer een groeidenker zou zijn
Welke nieuwe doelen zou je jezelf stellen of welke vaardigheden zou je jezelf aanleren? Waarom is het belangrijk volgens jou een groeidenker te zijn? Daarnaast: Wie of wat zou je kunnen helpen om nog meer een groeidenker te worden?