Bij Sollicitatiedokter interviewen we zo nu en dan iemand met een inspirerend carrièreverhaal. Deze week: Özgür Eylen. Het noodlot maakte een eind aan zijn basketbalcarrière, vanwege de liefde kwam hij naar Nederland en ambitie bracht hem aan de top van de internationale hospitality-sector. Nu werkt hij als manager bij een lokaal en duurzaam restaurant waar hij vluchtelingen tot kok opleidt.
“Ik werd weliswaar geboren in het Duitse Keulen, maar m’n ouders waren Turks. Toen ik nog geen jaar oud was, verhuisden we daarom naar Ankara. Daar maakte het leger in de jaren ’80 de dienst uit: ik herinner me nog steeds de nachtelijke avondklokken en overvliegende gevechtshelikopters. Het deerde me weinig. Ik groeide op in een leuke buurt en denk met plezier terug aan m’n jeugd.”
Van mollig knaapje naar profbasketballer
“M’n vader was atleet in hart en nieren, maar ik bleef een mollig knaapje. “Je moet gaan sporten”, zei hij dus. En omdat ik lang was bracht-ie me naar de basketbalclub. Ik had talent, bleek al snel: op m’n 18e was ik profbasketballer. Alles wees erop dat ik een mooie carrière in Turkije zou hebben. Of misschien wel in Europa: de grootste clubs van het continent wilde mij erbij hebben. Als jongvolwassene harkte ik al aardig wat centjes binnen.”
“Daarna ging alles mis. Ik liep een rugblessure op: boven de gordel was ik zes maanden lang verlamd. Al m’n zenuwen waren naar de kloten, dat ik nooit meer zou basketballen werd meteen duidelijk. Tot overmaat van ramp kreeg mijn vader – die atletische man, die geen dag in z’n leven ziek geweest – een hartaanval. Hij overleefde het niet.”
De liefde achterna, deel 1
“Opeens moest ik, als hoofd van het gezin, voor mijn familie zorgen. Als medewerker op de kinderkledingafdeling van een sjiek warenhuis verdiende ik daar net genoeg geld voor. In het warenhuis werd ik verliefd op m’n manager, en zij ook op mij. Samen pakten we de biezen: we verhuisden naar het strandstadje Bodrum. Het zou niet de laatste keer zijn dat ik de liefde achternaging.”
“In Bodrum was ons geld snel op, ik moest ook hier dus een baan vinden. Via een neef kwam ik bij een van de grootste resorts van Europa terecht, het was drie kwartier lopen van de ene naar de andere kant. Ik leerde er alles over het hotelwezen en maakte de ene na de andere promotie. Uiteindelijk schopte ik het tot manager van het recreatieteam.”
De liefde achterna, deel 2
“Op een dag liep een nieuwe gast dat hotel binnen: een blonde Nederlandse. Laura, heette ze. Ik zei toch dat ik de liefde nog een keer achterna zou gaan? Lang verhaal kort: we trouwden vijf maanden later in Turkije. Op 1 oktober 2005 verhuisde ik naar Nederland om bij haar te kunnen zijn.”
“In Nederland was zij student en ik mocht van het IND de eerste zes maanden niet werken. We hadden kortom geen cent te makken. In al m’n vrije tijd gaf ik basketbaltraining op basisscholen. Als voormalig prof kon ik die kids immers wel wat leren, en voor mij was het een mooie manier om de taal op te steken.”
Overtroffen dromen
“Toen ik eenmaal mocht werken begon ik met zware klussen. Als tomatenplukker in Maasland werkte ik bijvoorbeeld van 5 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds. Daar hield ik dan €50,- aan over. Onderweg ernaartoe reed ik vaak langs een cool hotel in Rijswijk. Het was mijn droom om daar binnen 5 jaar receptionist te zijn.”
“Mijn dromen werden overtroffen. Zelfs toen ik nog maar drie woorden Nederlands sprak, nam het plaatselijke Van der Valk-hotel me aan als hoofdreceptionist. Ik ben daar nog steeds dankbaar voor en heb er uiteindelijk vijf jaar gewerkt. Mijn ambitie was om general manager te worden, maar bij Van der Valk was die baan voorbehouden aan familieleden. Tegenwoordig is dat trouwens niet meer zo.”
Het Ibis-tijdperk
“Ik ging op zoek naar een hotel waar ik mijn ambitie wel waar kon maken. Bij het Ibis-hotel in Utrecht zag ik een mogelijkheid. Ik werkte daar anderhalf jaar lang keihard als vice general manager. Toen mijn baas met pensioen ging, nam ik haar rol over. M’n ambitie werd werkelijkheid.”
“Het balletje bleef doorrollen. Niet veel later was ik ook de general manager van het Flagship Ibis-hotel in Rotterdam. Ik werd bovendien genomineerd voor de award van beste general manager in de hospitaly-sector ter wereld, een eer die normaalgesproken alleen aan managers van veel grotere hotelketens wordt toegekend.”
Klaar met reizen
“Om ook op andere plekken hotels te helpen, reisde ik veel. Van Parijs naar München en van München door naar Londen. Ik vond het fantastisch, maar realiseerde me ook: ik ben jaren geleden naar Nederland gekomen om bij mijn vrouw te zijn. En nu zit ik steeds in het vliegtuig of in de trein.”
“Het was tijd voor een carrièreswitch. Ik ging dus aan de slag bij het Hotel Arena in Amsterdam-Oost.
Mensen zagen dat als een stapje terug. ‘Ben je ontslagen?’, vroegen ze.
Maar ik wilde gewoon een kleinere organisatie om me heen. Ik was te ongeduldig geworden voor de trage gang van zaken bij een grote hotelketen.”
“Bij Hotel Arena had ik opnieuw een fantastische tijd; we hebben er dingen behaald waar ik altijd trots op zal zijn. En toch knaagde er iets aan me. Op gegeven moment ben ik dus naar m’n baas gegaan. ‘Als je het niet erg vindt, ga ik ermee kappen’, zei ik. Dat was prima.”
En dan nu: Kanteen25
“Tijdens mijn sabbatical in de maanden erop wist ik wat ik wilde: meer leren over voedsel en duurzaamheid. Die kans kreeg ik bij Kanteen25, een restaurant in Amsterdam dat al haar eten uit de directe omgeving haalt. Misset Horeca heeft ons net verkozen tot het beste terras in de hoofdstad. Dat is een serieuze happening.”
“Bij Kanteen25 krijg ik ook de kans om met vluchtelingen te werken. Ik weet als Turk in Nederland dat je hier als buitenstaander dubbel zo hard je best moet doen om jezelf te bewijzen. Door statushouders met een uitkering in mijn restaurant een koksopleiding aan te bieden, hoop ik hun afstand tot de arbeidsmarkt iets kleiner te maken.”